Baby's
Huilbaby's
Het goedbedoelde advies: "Laat maar huilen, dat is goed voor de longen" is onjuist. Baby's huilen niet voor niets. Officieel wordt over een huilbaby gesproken als een baby meer dan 3 uren per dag, minimaal 3 dagen per week gedurende 3 weken huilt. Tegenwoordig spreekt men over een huilbaby als ouders vinden dat een baby (te) veel huilt. Een osteopatische behandeling kan uitkomst bieden.
Het optreden van mechanische krachten op de schedel en het hoge nekgedeelte (tijdens het geboorteproces en een onjuiste ligging van de foetus in de baarmoeder) kunnen tot osteopathische functiestoornissen leiden. Voorbeelden hiervan zijn: bewegingsverlies van de bovenste nekwervels, irritatie van hersenzenuwen in de schedelbasis, bewegingsbeperking rond het bekken en middenrif. Door deze osteopathische functiestoornissen kunnen veel klachten van de pasgeborene verklaard worden.
Irritatie van de zenuw die o.a. de darmen aanstuurt kan darmkrampjes, winderigheid, obstipatie en reflux veroorzaken. Irritatie van de zenuw die de monnikskapspier verzorgt, kan aanleiding geven tot de voorkeurshouding van het hoofdje. Irritatie van de zenuw die de tongspier en het gevoel achter in de keel verzorgt, kan verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van drink- en zuigproblemen (haastig, gulzig, ongecontroleerd, niet krachtig zuigen/drinken). Maar een baby die zijn nek niet goed kan bewegen kan ook niet goed drinken en ontwikkelt vaak een voorkeurshouding.
De hersentjes van een kind groeien en moeten uitrijpen. De prikkels van de zintuigen moeten goed verwerkt worden. Bij een beperking van de beweeglijkheid van bovengenoemde structuren wordt dit bemoeilijkt. Hierdoor kunnen op latere leeftijd problemen ontstaan. Een voorbeeld hiervan is moeite met het staan op één been of een bewegingsbeperking: het hoofd kan naar de ene kant verder gedraaid worden dan naar de andere kant.
Voor alle duidelijkheid: in onze praktijk worden geen manipulaties (kraken) of dwanghoudingen (‘holding’technieken) uitgevoerd bij zuigelingen of kinderen. Er wordt alleen gebruik gemaakt van zachte technieken.
Buikklachten
Veel baby's of volwassenen hebben buikklachten en/of moeilijkheden met de stoelgang. Het goed functioneren van de buikorganen is afhankelijk van een goede beweeglijkheid en een goede aansturing door de zenuwen vanuit de rug en de schedel. Door (lichte) behandelingstechnieken aan het middenrif, in de buikholte, de schedelbasis en de wervelkolom, wordt de oorzaak van het probleem behandeld en worden de irritaties opgeheven.
Voorkeurshouding
De schedel van een baby is nog vervormbaar. Een baby met een voorkeurshouding kan hierdoor een schedelafplatting krijgen. Om te kunnen bepalen in hoeverre de schedel van uw kindje vervormd is en of de behandeling effectief is maken wij gebruik van plagliocephalometrie. Dit is een snelle en pijnloze methode om de mate van asymmetrie (scheefstand) van de schedel van uw baby vast te stellen. De methode maakt het mogelijk om na enige tijd de asymmetrie te vergelijken met de eerste meting.
Voor de metingen wordt gebruik gemaakt van een zacht en warm thermoplast bandje, dat hard wordt op het hoofd. Is uw kind niet in behandeling van een osteopaat, dan zal er tevens een afspraak gemaakt worden voor een kinderosteopatisch onderzoek. Dit onderzoek is belangrijk, om duidelijkheid te krijgen over de oorzaak van de voorkeurshouding en om andere fysieke oorzaken uit te sluiten.
De kinderosteopaat is opgeleid en getraind om bewegingsverstoringen van nek, hoofd, rug en bekken bij kinderen te behandelen.
Daarnaast helpt osteopathie ook goed tegen:
- Baby die veel spuugt
- Baby die slecht slaapt
- Baby's met onregelmatige, asymmetrische schedeltjes, met name na een moeizame bevalling
- Drink- en zuigproblemen
- KISS, KIDD
- Onrustige baby
- Plat achterhoofd enkel- of dubbelzijdig
- Protesthuilen bij luier verschonen of aan- en uitkleden
- Slaapproblemen
- Voorkeur voor het draaien/kijken in één richting